Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Wat maakt ons gevoeliger aan het ontwikkelen van psychose?

Voltooingsvoorwaarden

3.2.1 Erfelijkheid 

Biologische factoren hebben voornamelijk te maken met erfelijkheid, of met andere woorden je genen. Zo blijkt namelijk uit onderzoek dat bij eeneiige tweelingen, die hetzelfde DNA delen, 

wanneer de ene tweeling een psychotische stoornis ontwikkelt, de andere tweeling 33% kans maakt om eveneens een psychotische stoornis te ontwikkelen. Wanneer het twee-eiige tweelingen betreft, die minder DNA delen, wordt de kans op 7% geschat (Hilker et al., 2018). Dit percentage geldt eveneens voor andere eerstegraadsverwanten. Wanneer je dus een ouder, broer of zus hebt die ooit een psychose gehad heeft, heb je 10% kans om zelf een psychose mee te maken. Als je geen familieleden hebt met een psychosegevoeligheid, is de kans slechts 1%. Erfelijkheid lijkt dus mogelijks toch een belangrijke rol te spelen. Toch dient hierbij de volgende kanttekening geplaatst te worden: erfelijkheid is zeker niet het enige wat een rol speelt. Een familielid hebben met bijvoorbeeld schizofrenie, betekent niet dat jij per definitie ook een psychose zal hebben. Het lijkt er namelijk steeds meer op dat de interactie tussen genen en omgevingsfactoren van grote invloed is op het wel of niet ontwikkelen van een psychose. 

3.2.2 Druggebruik 

Verder kan het gebruik van drugs eveneens het ontstaan van psychose bevorderen bij mensen die hier aanleg toe hebben. Drugs zoals amfetaminen, cocaïne, XTC, LSD en cannabis vergroten de kans dat iemand in een psychose belandt. Zeker wanneer deze persoon reeds op jonge leeftijd drugs begon te gebruiken. Vooral cannabis wordt in verband gebracht met een vergroot risico op psychose (Arendt et al., 2005; Henquet et al., 2005; Ferdinand et al., 2005; Fergusson et al., Kraan et al., 2016). Recent onderzoek toont immers aan dat wie dagelijks cannabis gebruikt vijf keer meer kans maakt om een psychose te ontwikkelen dan mensen die nog nooit cannabis gebruikt hebben (Di Forti et al., 2019). Bovendien lijkt het gebruik van cannabis psychotische symptomen te verergeren (Foti et al., 2010). 

3.2.3 Psychologische risicofactoren 

Psychologische factoren hebben te maken met de zaken die je meemaakt tijdens je leven, zoals trauma of stress. Mensen die tijdens hun jeugd geconfronteerd worden aan één of meer traumatische gebeurtenissen, lopen meer risico om een psychose te ontwikkelen (Murray et al., 2020; Read et al., 2005; Kraan et al., 2015). Deze gebeurtenissen kunnen erg uiteenlopend zijn, gaande van het verlies van een ouder tot gepest worden tijdens de jeugd. Ook het algemene beloop van je leven kan een rol spelen. Opgroeien in een omgeving met mishandeling, misbruik, verwaarlozing of stress vergroot eveneens de kans op het ontwikkelen van psychose. 

3.2.4 Andere risicofactoren 

Daarnaast kunnen ook een aantal andere risicofactoren worden vastgesteld, zoals onder andere: 

  • Opgroeien in een stedelijke omgeving (Krabbendam, 2015) 
  • Migratieachtergrond (Dealberto, 2010) 
  • Behoren tot de LHBTQI doelgroep (QI et al., 2019) 
  • Complicaties bij de zwangerschap en bevalling (American Psychiatric Association, 2014) 
  • ...

Al deze verschillende factoren blijken het risico op het ontwikkelen van een psychose te vergroten bij mensen die hiertoe aanleiding hebben. Om het evenwicht hiertussen uit te leggen, nemen we het stress-kwetsbaarheidsmodel bij de hand.

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 15:22