Het beloop van angststoornissen is erg wisselend. Zeker gezien angststoornissen onderling erg verschillend van elkaar kunnen zijn. In de meeste gevallen vertonen de eerste signalen van een angststoornis zich in de puberteit of in de vroege volwassenheid. Het is immers in deze periode dat er heel wat veranderingen optreden: De volwassenheid breekt aan, een nieuwe job, studies, zoeken naar een woning,... De weg naar zelfstandigheid is geen weg zonder valkuilen, en dat maakt mensen die zich in deze levensfase bevinden net erg kwetsbaar voor psychische moeilijkheden. Hoe angststoornissen zich eens voorbij deze levensfase verder evolueren, is voor iedereen anders. Recent onderzoek toont echter geruststellende bevindingen. Zo zou maar liefst de helft van de mensen met een angststoornis binnen de 7.5 maand herstellen. De overige 50% kennen een ander beloop. Zo kunnen we stellen dat van alle mensen met een angststoornis:
Zo merken we dat er toch een grote groep is waarbij de angstklachten een meer chronisch beloop kennen. Het is zelfs zo dat hoe langer het duurt vooraleer mensen de gepaste hulp krijgen, hoe kleiner de kans dat ze volledig zullen herstellen. Vroeginterventie en -doorverwijzing is dus de boodschap. Gemiddeld gezien duurt een angststoornis echter 15 maanden. Bij de berekening van dit gemiddelde bleken fysieke gezondheid, leeftijd, sociaal-economische status en een inadequate emotieregulatie negatief beïnvloedende factoren te zijn (NEMESIS-2, ten Have et al., 2018). Behandeling lijkt dan weer een positief beïnvloedende factor. Bij een succesvolle behandeling zal ¾ van de mensen vrijwel volledig opknappen. Dit neemt echter niet weg dat herval steeds kan optreden, soms in combinatie met een andere psychische stoornis zoals een bijkomende angststoornis of een depressieve stoornis. Maar hoe komt het juist dat angst kan terugkeren of blijven bestaan? Hiervoor dienen we niet alleen te kijken naar de oorzaken van angst, maar ook naar de instandhoudende factoren ervan. Over deze laatste groep factoren lees je in volgend hoofdstuk meer.