Nog voor angstige mensen de stap naar hulpverlening zetten, hebben ze vaak al een heleboel remedies en strategieën uitgeprobeerd om met hun angst te kunnen omgaan. Het coping mechanisme dat bij uitstek wordt gehandhaafd bij angstige mensen is echter vermijding. Vermijding is op zich is geen fout of onzinvol mechanisme. Integendeel: Doorheen de evolutie van de mens heeft vermijding ons meer dan eens behoed voor behoorlijk wat nare en gevaarlijke situaties.
Wanneer we geconfronteerd worden met iets wat voor ons bedreigend is, zal de angst in ons lichaam enorm stijgen. Deze angst biedt ons de mogelijkheid om adequaat op de gevaarlijke situatie te reageren door te vechten, te vluchten of te bevriezen. Beeld je bijvoorbeeld in dat onze voorouders uit de prehistorie zorgeloos een onbekende grot betreden, in de hoop een goede schuilplaats te vinden. Eens in de grot, komen ze oog in oog te staan met een roedel ontevreden en zeer territoriale wolven. Paniek alom! De verhoogde alertheid die gepaard gaat met de angst, zorgt ervoor dat onze voorouders zich vliegensvlug uit de voeten kunnen maken en kunnen ontsnappen. Eens het gevaar geweken is, zal de angst weer zakken en keert de rust terug. Hier blijft het echter niet bij. Het meemaken van nare gebeurtenissen zal ons namelijk leren dat we dergelijke situaties best voorkomen. Dit betekent dat onze voorouders na het ‘grot-fiasco’ waarschijnlijk dubbel zo lang zullen hebben nagedacht voor ze een andere, onbekende grot betraden. Dit om nog zo’n onaangename verrassing te vermijden. Zeer handig dus op zich, die vermijding!
Maar wat als je bang bent, terwijl er eigenlijk geen reële bedreiging is? Of de angst nu terecht is of niet: Datzelfde mechanisme zal geactiveerd worden. Je denkt dat er dreiging is, en probeert ze uit de weg te gaan terwijl dit eigenlijk niet nodig is. Bovendien zal deze vermijding ook nog eens beloond worden. Vermijding leidt immers tot een instant ‘Fioew!’-gevoel. Je voelt je met andere woorden meteen beter: de angst zal dalen, je voelt je opgelucht en de rust zal wederkeren. Dit belonend gevoel zorgt er echter voor dat je beetje bij beetje vermijding als iets goed of behulpzaam zal beginnen zien: “Ik had toch gelijk om dat gesprek met mijn baas te vermijden, ik voel me namelijk stukken beter nu!”. Vermijding lijkt dus te helpen, maar slechts op korte termijn. Hetgeen je probeert te ontwijken zal immers niet verdwijnen door de vermijding. In sommige gevallen worden problemen zelfs groter door vermijding! Bovendien is het zo dat hoe vaker je toegeeft aan je angst, hoe meer je deze angst voedt en hoe sterker ze wordt. Voor je het goed en wel beseft is het de angst die baas is over jou, en niet omgekeerd. Wie nooit zijn angsten onder ogen ziet, zal namelijk nooit kunnen ontdekken dat hetgeen waar ze bang voor zijn eigenlijk helemaal niet gebeurt of net veel minder erg is dan ze gedacht hadden. Wat ze ook nooit zullen ontdekken is dat ze de angst zelf, de angstige situatie of de angstige prikkel eigenlijk best wel aankunnen. Het is maar door het vermijden zelf te vermijden, dat mensen tot deze waardevolle inzichten kunnen komen.
Veiligheidsgedrag
Naast vermijding bestaat er ook een ander soort gedrag die mensen met angststoornissen regelmatig handhaven: Veiligheidsgedrag. Deze term verwijst naar allerhande extra maatregelen die mensen treffen om de angstopwekkende situatie of prikkel te kunnen doorstaan. Denk maar bijvoorbeeld aan iemand die zich overal vlakbij de uitgang zal zetten, of iemand die alcohol gebruikt om rustiger te worden in sociale situaties. Net als bij vermijding, lijkt dit veiligheidsgedrag op korte termijn een oplossing te bieden. We voelen ons gerust dankzij de getroffen maatregelen. Het feit dat we de angstaanjagende situatie succesvol doorstaan hebben, wijten we dan ook volledig aan het veiligheidsgedrag en helemaal niet aan onszelf. Omdat dit veiligheidsgedrag zo efficiënt lijkt, zijn we ook niet bereid om dit op te geven. Het uitblijven van de angst- en paniekgevoelens vormen voor ons dan namelijk het bewijs dat de veiligheidsmaatregelen werken, en dat we ze best blijven toepassen in de toekomst. Maar ook dit gedrag werkt op langere termijn soms averechts, omdat ze ons de kans ontnemen om te beseffen dat zelfs zonder veiligheidsgedrag vele van onze angstige gedachten eigenlijk niet uitkomen in de realiteit.