Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Psychose volgens de DSM-5

Voltooingsvoorwaarden

Hoewel de kenmerken van een psychose op het eerste zicht erg duidelijk lijken, sluipen heel wat mensen met psychotische klachten onder de radar. Wie zich in een psychose bevindt, heeft namelijk vaak erg veel moeite om anderen te vertrouwen. Daardoor zal amper of niet vrijuit gesproken worden over psychotische gedachtegangen of hallucinaties. Voor eerstelijnswerkers is het daarom niet altijd evident psychotische symptomen te identificeren. Bijgevolg is in het kader van hulpverlening het een absolute must om te weten welke symptomen bij een psychose kunnen komen kijken. Op die manier krijgen hulpverleners in beter idee van hoe ze naar deze symptomen kunnen vragen. Hiervoor kunnen we een kijkje nemen in de Diagnostic Statistic Manual of Mental Disorders (DSM-5). Hoewel deze lange titel sommigen onder ons wel eens kan afschrikken, is de DSM eigenlijk niet meer dan een handig hulpmiddel binnen de psychologie. De DSM is namelijk een handboek waarin alle psychische stoornissen en hun kenmerken omschreven worden. Voor iedere psychische stoornis staat omschreven welke symptomen zeker aanwezig moeten zijn, hoe lang ze aanwezig moeten zijn en de mate waarin ze het dagdagelijks leven van de persoon moeten verstoren. Zoals je wel al kan verwachten, kreeg ook psychose een plekje in dit handboek. Psychose in al zijn vormen wordt er in opgenomen onder de noemer van de schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Deze stoornissen kunnen vervolgens nogmaals onderverdeeld worden in verschillende specifieke stoornissen. In dit onderdeel zullen de verschillende psychotische stoornissen besproken worden.

2.3.1 Officiële algemene criteria voor schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen

Om te kunnen spreken van een schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen moeten minstens één (of meer) van de volgende symptomen aanwezig zijn. Minstens één hiervan moet het symptoom a, b of c zijn. 

  • A Wanen 
  • B Hallucinaties 
  • C Gedesorganiseerd denken (en spreken) 
  • D Gedesorganiseerd of abnormaal gedrag, waaronder bijvoorbeeld katatonie. Bij katatoon gedrag vindt er een verstijving van    
        het hele lichaam plaats. Er is een soort onbeweeglijkheid bij de persoon die maakt dat als je hem/haar van positie probeert
        te veranderen, je weerstand zal ervaren.
  • E Negatieve symptomen zoals een afgevlakt affect, spraakarmoede of apathie

Daarnaast dient er eveneens sprake te zijn van beperkingen op het functioneren op verschillende levensdomeinen, zoals het sociaal en beroepsfunctioneren. De duur van een episode is ten minste één dag lang, maar korter dan één maand. 

2.3.2 De verschillende uitingsvormen van psychose 

Psychose bestaat onder veel verschillende uitingsvormen. Toch wordt psychose in onze samenleving erg vaak gelijkgesteld aan schizofrenie. Hoewel schizofrenie veruit de bekendste psychotische stoornis is, vormt het slechts één onderdeel van het psychosespectrum. In dit onderdeel zullen in vogelvlucht de verschillende psychotische stoornissen, zoals opgenomen in de DSM-5, overlopen worden.

Schizofrenie 

Schizofrenie is veruit één van de meest bekende psychotische stoornissen. De term ‘schizofrenie’ komt uit het Grieks en kan letterlijk vertaald worden naar ‘gespleten geest’. Deze misleidende vertaling van het woord schizofrenie leidde tot het ontstaan van een hardnekkige mythe dat schizofrene personen meerdere persoonlijkheden hebben. Dit klopt echter helemaal niet. ‘Gespleten geest’ slaat hier immers op de aanwezigheid van een verstoorde balans tussen het rationele denken en de rationele emoties. Dit heeft echter helemaal niets te maken met de aanwezigheid van meerdere persoonlijkheden of identiteiten. De symptomen en criteria voor schizofrenie gaan namelijk over heel andere zaken. Omdat het woord ‘schizofrenie’ vaak verkeerde ideeën oproept bij mensen, wordt meer en meer gepleit om te spreken van psychosegevoeligheid. 


Bij schizofrenie dienen minstens twee of meer van de onderstaande kenmerken aanwezig te zijn. Minstens één hiervan moet het symptoom a, b, of c zijn. 

  • A Wanen 
  • B Hallucinaties 
  • C Gedesorganiseerd denken (en spreken) 
  • D Gedesorganiseerd of abnormaal gedrag, waaronder bijvoorbeeld katatonie. Bij katatoon gedrag vindt er een verstijving van
        het hele lichaam plaats. Er is een soort onbeweeglijkheid bij de persoon die maakt dat als je hem/haar van positie probeert
        te veranderen, je weerstand zal ervaren. 
  • E Negatieve symptomen zoals een afgevlakt affect, spraakarmoede of apathie 

Bovendien dienen de symptoom het grootste deel van de tijd aanwezig te zijn, en dit gedurende minstens één maand. ‘Een paar dagen’ lijden aan schizofrenie is dus niet mogelijk. In tegenstelling tot bij een eenmalige psychose, zullen mensen met schizofrenie tussen de psychotische episodes door eveneens restverschijnselen ervaren van hun psychose. Dit kan er voor iedereen anders uitzien. De ene persoon zal ook na zijn psychotische episode nog kampen met een moeilijke concentratie of geheugenproblemen. Iemand anders zal dan weer erg gevoelig blijven voor prikkels of sombere gevoelens en gedachten blijven hebben. Dit verklaart waarom schizofrenie vaak gezien wordt als iets chronisch, wat het belang van goede nazorg en begeleiding nog maar eens benadrukt.

Waanstoornis 

Bij een waanstoornis is er, zoals de naam laat vermoede, sprake van één of meerdere wanen en dit gedurende minstens één maand. Deze wanen kunnen een bizarre inhoud hebben, maar dit is niet per definitie het geval. Niet-bizarre waanideeën betreffen overtuigingen die niet stroken met de realiteit, maar wel voorstelbaar zijn. Veelvoorkomende niet-bizarre wanen zijn het idee hebben dat je partner je bedriegt, of je buurman verliefd op je is, terwijl dit helemaal niet het geval is. Niet-bizarre waanideeën zijn met andere woorden nog best aannemelijk. Bizarre waanideeën handelen eerder over overtuigingen die onvoorstelbaar of onmogelijk zijn. Zo kan iemand bijvoorbeeld het idee hebben ontvoerd en gekloond te zijn geweest door aliens. Anderzijds kan iemand bijvoorbeeld geloven dat zijn of haar hele gezin vervangen is door dubbelgangers met hetzelfde uiterlijk en gedrag. Deze laatste overtuiging wordt ook wel eens de dubbelgangerswaan of het syndroom van Capgras genoemd. De diagnose ‘waanstoornis’ dient in overweging genomen te worden wanneer men kan opmerken dat er geen prominente hallucinaties aanwezig zijn, maar wel één of meerdere prominente wanen. Vooral de waan staat op de voorgrond en de hallucinaties die aanwezig zijn, hebben een sterk verband met de waan. Anders dan bij schizofrenie doet er zich bij een waanstoornis geen uitgesproken bizar gedrag of beperkt functioneren voor. Afgezien van de waanvoorstellingen functioneert de persoon relatief goed. 

 

Kortdurende psychotische stoornis 

Bij de kortdurende psychotische stoornis dient er, net als bij schizofrenie, sprake te zijn van één of meer van de onderstaande kenmerken. Minstens één hiervan moet het symptoom a, b, of c zijn. 

  • A Wanen 
  • B Hallucinaties 
  • C Gedesorganiseerd denken (en spreken) 
  • D Gedesorganiseerd of abnormaal gedrag, waaronder bijvoorbeeld katatonie. Bij katatoon gedrag vindt er een verstijving van
        het hele lichaam plaats. Er is een soort onbeweeglijkheid bij de persoon die maakt dat als je hem/haar van positie probeert
        te veranderen, je weerstand zal ervaren. 

Hoewel bovenstaande kenmerken zowel bij de kortdurende psychotische stoornis als bij schizofrenie voorkomen, zijn er belangrijke verschillen tussen de twee stoornissen. Ten eerste zal de kortdurende psychotische stoornis langer dan een dag aanwezig zijn, maar nooit langer dan een maand. Bovendien is er na de psychotische periode een volledige terugkeer naar het functioneringsniveau van voor het uitbreken van de psychose. Dit is bij schizofrenie, zoals reeds aangehaald werd, meestal niet het geval. Verder wordt de kortdurende psychotische stoornis gekenmerkt door een plots begin, terwijl het begin van schizofrenie vaak eerder sluipend is. De symptomen van een kortdurende psychotische stoornis worden gewoonlijk niet voorafgegaan door een prodromale fase, waardoor de overgang van psychotisch naar niet-psychotisch vaak duidelijk op te merken is. Dit is ook zo voor de persoon zelf, die de periode vaak als een emotionele achtbaan omschrijft

Schizofreniforme stoornis 

Om aan de schizofreniforme stoornis te kunnen voldoen, dienen dezelfde kenmerken aanwezig te zijn als bij schizofrenie. Het grote verschil tussen de schizofreniforme stoornis en schizofrenie is de duur van de aandoening. Hoewel de symptomen bij beide minstens één maand aanwezig moeten zijn, kan de schizofreniforme stoornis, in tegenstelling tot schizofrenie, nooit langer aanhouden dan zes maanden. 

Schizoaffectieve stoornis 

De schizoaffectieve stoornis is een psychische aandoening die zowel kenmerken heeft van de bipolaire stoornis als van schizofrenie. Om te kunnen spreken van een schizoaffectieve stoornis, moet je een goed zicht hebben van welke symptomen juist de bovenhand hebben. We kunnen stellen dat de schizoaffectieve stoornis een ononderbroken ziekteperiode is waarin zowel schizofrene kenmerken als een depressieve of manische stemming aanwezig is. Om goed het onderscheid te maken tussen de schizoaffectieve stoornis en de bipolaire stoornis met psychotische kenmerken, moet er gekeken worden naar wanneer de schizofrene symptomen voorkomen. Bij de schizoaffectieve stoornis is het namelijk zo dat er gedurende minstens twee weken gedurende de ziekteperiode sprake moet zijn van wanen of hallucinaties zonder de aanwezigheid van een depressie of manie. Zoals je kan vermoeden is het stellen van deze diagnose beslist geen evidentie zaak.

          

Bij welke psychische problematieken kan psychose nog voorkomen? 

Een psychose komt echter niet alleen voor bij psychotische stoornissen. Ook bij andere (psychische) problematieken kan een psychose optreden zoals bij depressie, angst, drugsmisbruik, hersenletsels, en de bipolaire stoornis.

2.3.3 Prevalentie en incidentie van psychose 

Nu we weten dat psychoses bij erg veel verschillende psychische problematieken kunnen aanwezig zijn, stellen we onszelf de vraag hoe vaak psychoses dan eigenlijk voorkomen. Concrete cijfers geven over dit onderwerp is niet gemakkelijk. Heel wat mensen die kampen met psychotische klachten vinden hun weg namelijk niet naar de officiële metingen of hulpverlening, waardoor we mogelijks te maken hebben met een onderrepresentatie. Toch is uit onderzoek gebleken dat maar liefst 8% van de bevolking wel eens psychotische ervaringen heeft. Dit toont aan dat het hebben van psychotische ervaringen op zich eigenlijk niet zo’n zeldzaamheid is. Bij 4% hiervan gaat dit samen met een significante lijdensdruk en is er een behoefte aan hulp. Ongeveer 2 tot 3% hiervan voldoet ooit in zijn leven aan de criteria voor een psychotische stoornis en 0,5% tot 1% krijgt ooit in zijn leven de diagnose schizofrenie.

          

2.3.4 Startleeftijd van psychose 

De meeste psychoses ontstaat op vrij jonge leeftijd. Dit is vaak aan het einde van de adolescentie of de vroege volwassenheid, gemiddeld tussen de 17 en 25 jaar. Dit is ook de leeftijd waar voor vele mensen heel wat veranderingen plaatsvinden: een studie aanvatten, voor het eerst aan het werk, een gezin beginnen, het ouderlijk huis verlaten,… Al deze zaken maken dat je leven er plots helemaal anders kan uitzien, wat behoorlijk wat spanning met zich mee kan brengen. Gelukkig komen de meeste mensen deze kwetsbare leeftijd wel goed door. Een kleine groep zal echter helaas last krijgen van een psychose. Hoewel gemiddeld gebleken is dat tijdens de levensjaren tussen je 17 en 25 de kans op een psychose hoger ligt, kan je eigenlijk op iedere leeftijd een psychose krijgen. In het algemeen stellen we dat er een verhoogd risico is tussen het 14de en 30ste levensjaar, waarbij de meeste psychoses worden vastgesteld tussen de 25 en 30 jaar. Een kleine groep mensen zal tijdens de adolescentie (13 – 19 jaar) psychotische klachten ontwikkelen, namelijk 0,5% van de bevolking. In 50% van de gevallen mondt dit zich met verloop van tijd tot schizofrenie. 

Kort gezegd kunnen we er van uitgaan dat psychoses erg vaak ontstaan op zowel positieve als negatieve belangrijke kantelpunten in het leven.

2.3.5 Comorbiditeit 

Een psychose komt vaak niet alleen. In de merendeel van de gevallen hebben mensen met een psychotische stoornis eveneens last van andere psychische moeilijkheden. Veel te vaak wordt er echter te weinig aandacht besteed aan deze ‘tweede’ diagnose. Zo komen psychotische stoornissen erg vaak samen voor met: stemmingsstoornissen (zoals depressie, 50%), obsessief compulsieve stoornissen (23%), posttraumatische klachten (29%), middelenmisbruik (47%), persoonlijkheidsstoornissen (49%) en medisch-somatische aandoeningen (zoals diabetes, aids en hart- en vaatziekten). 

Psychose en middelengebruik 

Bijzondere aandacht wordt besteed aan de combinatie van psychose en middelengebruik, een comorbiditeit die erg vaak voorkomt. Drugs en alcohol worden in de hele samenleving gebruikt, en dus ook door mensen met een psychotische gevoeligheid. Toch zien we dat middelengebruik onder deze groep aanzienlijk meer voorkomt. Recreatief gebruik kan hier een reden voor zijn, maar ook zelfmedicatie komt vaak voor onder mensen met een psychotische aandoening. Dit wil zeggen dat mensen deze middelen gebruiken om om te gaan met psychotische symptomen of om de neveneffecten van medicatie te onderdrukken. Het gebruiken van middelen kan echter het risico op het ontstaan van psychotische symptomen veroorzaken of zelfs uitlokken. Het is in de praktijk dus moeilijk om de relatie tussen middelengebruik en psychose uit elkaar te halen. Het gebruik van drugs verhoogt het risico op psychose, maar tegelijkertijd worden drugs gebruik om om te gaan met de psychose. Er is sprake van een wederzijdse beïnvloeding of zelfs vicieuze cirkel.

 

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 15:22