2.4.1 Wat is stigma?
Wie psychisch kwetsbaar is, wordt helaas vaker wel dan niet geconfronteerd met stigma. Psychose, dat vaak in één adem genoemd wordt met schizofrenie, is bij uitstek één van de meest gestigmatiseerde geestestoestanden. Stigma kan je omschrijven als een sterk negatief etiket dat mensen opgeplakt krijgen, en die de manier waarop we elkaar en onszelf zien sterk negatief beïnvloedt. Het is als een brandmerk of litteken dat gedragen en gezien wordt, waardoor anderen je negatief bejegenen (Kirsten Catthoor, 2017). Media speelt hier ongetwijfeld een erg grote rol in. De negatieve afspiegeling van psychose in films, series, boeken, en nieuwsberichten geven aan de stoornis een onheilspellend en afschrikwekkend karakter. Volgens de media zijn mensen met een psychose agressief, gewelddadig, onvoorspelbaar of zelfs psychopathisch. Dit geeft aan dat het beeld dat de maatschappij heeft van psychose ontzettend negatief is. Anderzijds zal de zoveelste film over een bloedlustige schizofrene moordenaar het maatschappelijk stigma ook alleen maar vergroten. De films, series en boeken boordevol stereotypes zijn dus niet alleen een weergave van het beeld dat de maatschappij heeft over psychose, maar ook één van de drijvende krachten die het stigma in stand houden. Mensen worden enkel geconfronteerd met een erg beangstigende versie van psychose waarin enige vorm van nuancering ver te zoeken is. Dit gebrek aan nuancering en positieve voorstelling binnen de media, zal helaas eveneens een impact hebben op hoe de psychotische persoon naar zichzelf kijkt. Inderdaad, het negatieve maatschappelijke stigma zorgt eveneens voor een erg negatief zelfstigma. We bekijken beide begrippen even van dichterbij.
2.4.2 Zelfstigma en maatschappelijk stigma
Wat een maatschappelijk stigma juist is, werd in grote lijnen reeds aangehaald in het voorgaande onderdeel. Het slaat namelijk op de manier waarop de maatschappij kijkt naar mensen met een psychische kwetsbaarheid. Dit is vooral zo bij de psychose, dat bij uitstek één van de meest gestigmatiseerde psychische moeilijkheden is. “Mensen met een psychose, dat zijn de echte ‘zotten’ en die horen thuis in het ‘zottenkot’” of “Die was echt ‘schizo’”. Dergelijke woorden, en de manier waarop het de blik van de maatschappij ten opzichte van de psychotisch persoon kleurt, belemmeren het maatschappelijk en sociaal herstel en leiden bovendien tot erg veel zelfstigma.
Zelfstigma heeft immers alles te maken met de manier waarop je naar jezelf kijkt. Het is het beeld dat mensen van zichzelf hebben na het meemaken van een psychisch kwetsbare periode, zoals een psychose. Mensen die een psychose doorgemaakt hebben of doormaken, krijgen vaak te kampen met mensen die hen al veroordelen nog voor ze de kans krijgen om zichzelf voor te stellen. De harde kijk die zowel anderen als de persoon zelf over zichzelf heeft zal helaas het sociaal isolement en de kloof tot de ander alleen maar vergroten. Daarom is het belangrijk dergelijke stigma’s en mythes te doorbreken door het inzicht in en de kennis over psychose van de algemene populatie te vergroten.