Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Basishouding: Enkele tips

Voltooingsvoorwaarden

Wie in een psychose zit, ervaart zelf al vaak heel wat angst en heeft moeite met anderen te vertrouwen. Probeer daarom zo veel mogelijk rust en veiligheid uit te stralen, zowel verbaal als non-verbaal. Hou je reacties zo rustig mogelijk en vermijd boosheid of irritatie. Dit heeft namelijk het tegenovergestelde effect, en kan er zelfs voor zorgen dat de cliënt jou niet in vertrouwen zal nemen. Vertrouwen winnen doe je namelijk vooral door er te zijn, door zo min mogelijk druk op de persoon te zetten en zo open mogelijk te communiceren. Wees authentiek en transparant toe naar je cliënt. Dit doe je ook door de persoon ruimte te geven wanneer hij/zij dit nodig heeft. De cliënt op de huid zitten, komt vaak onbedoeld bedreigend over en dat zorgt voor druk. Ga echter niet in op een verzoek van iemand om hem/haar volledig met rust te laten! Isolement zal deze persoon niet helpen.

Een tweede tip is het installeren van rust en stabiliteit. Dit begint in eerste instantie tijdens de consultatie zelf. Probeer een rustige omgeving te creëren. Vermijd drukke plekken en achtergrondgeluiden. Bij mensen met een psychose komen prikkels zeer hard binnen, waardoor je best externe prikkels zo veel mogelijk reduceert. Als je bureau te prikkelend of beangstigend is voor de persoon, opteer dan voor een wandeling in een groene omgeving met veel natuur.

Een derde belangrijke tip is dat je de persoon zijn/haar verhaal laat doen en vooral luistert. Neem het verhaal, het lijden en de gevoelens van de cliënt serieus, en stel geïnteresseerde vragen op een rustige manier. Dankzij dit doorvragen voelt de cliënt zich immers begrepen en kan het zelfs zijn dat de psychotische persoon inconsistenties in zijn verhaal opmerkt, of gewaar wordt dat zijn verhaal vertellen niet zo gemakkelijk gaat. Hierdoor kan het besef bij de cliënt ook groeien dat er iets niet pluis is. Hoewel vragen stellen over de psychose net erg gunstig is, is het zeker niet de bedoeling om volledig in de psychose mee te gaan. Er moet sprake zijn van een gezond evenwicht. Dit evenwicht kan de hulpverlener bereiken door aan te geven dat hij/zij de dingen anders ziet, of dat hij/zij dergelijke zaken zelf niet meemaakt. Een aantal voorbeelden: 

  • “Dat lijkt me erg beangstigend wat je meemaakt…” 
  • “Ik hoor zelf geen stemmen. Kan jij mij daar wat meer over vertellen?” 
  • “Van die terroristische organisatie heb nog nooit gehoord. Hoe ben jij te weten gekomen dat ze bestonden?” 
  • … 

De hulpverlener dient met andere woorden de ruimte geven aan het verhaal en de gevoelens van de cliënt, zonder het te bevestigen. Ruimte geven aan de cliënt betekent echter ook dat je ruimte geeft aan de negatieve gevoelens zoals verdriet en kwaadheid. Merk je op dat iemand herhaaldelijk negatief of kwaad reageert, neem dan even afstand en laat een ruimte ontstaan. Je laat als hulpverlener de cliënt niet volledig los, maar schenkt hem/haar de tijd en ruimte om weer tot rust te komen.

Omdat vertrouwen zo’n fundamenteel werkinstrument is bij een begeleiding, en zeker de begeleiding van een psychosegevoelig iemand, is het erg belangrijk om duidelijk en open te communiceren. Zeg daarom eerlijk met wie je gesproken hebt, wat je wil doen, waarom je dit wil doen,… tijdens je begeleiding. Probeer zo transparant mogelijk te zijn naar de persoon toe. Bijvoorbeeld: “Ik ga contact opnemen met je huisarts omdat ik me zorgen om je maak”. Wees duidelijk en eerlijk over deze gevoelens. Mensen met een psychose hebben namelijk heel wat moeite met het interpreteren van gevoelens van anderen. Ze hebben de neiging overal een betekenis te zoeken. De betekenis die ze geven ligt dan vaak in dezelfde lijn met de overtuigingen of wanen die ze op dat moment hebben. Om dergelijke misverstanden te vermijden, ben je best van bij het begin open over wat je voelt en denkt. Probeer je boodschap ook telkens zo duidelijk mogelijk te houden. Wie in een psychose zit, heeft namelijk heel veel moeite met concentratie. 

Zeg bijvoorbeeld niet… 

  • ‘Wil je spaghetti of lasagne of iets anders eten vanavond?’ 
  •  ‘Zullen we naar de markt gaan of de Delhaize of misschien toch de Colruyt?’ 
  •  … 

Maar wel: 

  • ‘Ik ga naar je moeder bellen omdat ik me zorgen maak’ 
  • ‘Ik heb lekkere spaghetti voor je klaargemaakt. Is dat goed?’ 

Zoals we zonet aanhaalden gaat een psychose meestal gepaard met verwarring, chaos en innerlijke onrust. In zo’n context kan het knap lastig zijn beslissingen te nemen en keuzes te maken. Vaak zal dit zorgen voor méér cognitieve onrust, waardoor de kans vergroot dat de cliënt meteen alle keuzes laat schieten. Keuzes zoals wat je graag wil eten, waar je best boodschappen doet,… klinken voor ons erg alledaags. Ze hebben geen grote gevolgen, waardoor het op zich niet echt uitmaakt wat je juist kiest. Desondanks kunnen dergelijke keuzes voor de overprikkelde psychotische geest net voor erg veel stress en spanning zorgen. Als hulpverlener mag je dan gerust zelf dergelijke beslissingen nemen voor de cliënt, bijvoorbeeld in de vorm van adviezen of tips. Een aantal voorbeelden: 

  •  ‘Ga maar naar de winkel om de hoek. Daar is het goedkoper.’ 
  • ‘Het lijkt me goed als je donderdag een voedselpakket komt afhalen.’ 
  •  ‘Zo’n busabonnement is echt een goed idee. Dan kan je makkelijk en goedkoop naar je activiteiten reizen.’ 
  •  … 

Let wel dat dit anders is voor beslissingen die grotere gevolgen hebben. Betrek daarbij zo veel mogelijk de cliënt. De bedoeling van bepaalde keuzes over te nemen van de cliënt is namelijk steeds om hem/haar zo veel mogelijk te ontlasten. De psychotische persoon mag niet het gevoel krijgen dat er zaken in zijn/haar plaats worden bepaald.

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 15:23