Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Basishouding

Voltooingsvoorwaarden

Motiverende gespreksvoering is in de eerste plaats een houding die je aanneemt. Het is dus geen trucje om iemand stiekem op andere ideeën te brengen. Als je het probeert toe te passen als techniek, bepaal je  eigenlijk al waar je naartoe wil en probeer je de persoon zover te krijgen dat hij hetzelfde wil.  Bij motiverende gespreksvoering is er geen vaste bestemming, je kiest deze samen met de cliënt. Hoe meer je deze houding behelst, hoe gemakkelijker je vanzelf komt tot een goede samenwerking waarbij de cliënt gemotiveerd is om te veranderen, zonder dat je daar technieken voor moet toepassen.

Deze houding bestaat uit onvoorwaardelijke aanvaarding, samenwerking, een compassievolle houding en het ontlokken van motivatie.

De cliënt en hulpverlener zijn gelijkwaardige partners. De cliënt is expert over zijn eigen leven. Met jouw kennis en expertise help jij de cliënt dan uiteindelijk een keuze te maken.   Dit wilt zeggen dat jij als hulpverlener niet bepaalt wat er moet gebeuren. Je vermijdt met andere woorden de verbeterreflex. Als we zelf de problemen en oplossingen aandragen, stellen wij ons als expert boven de cliënt. In de plaats daarvan laten we de cliënt vertellen over zijn wensen, doelen, keuzes, redenen, enzovoort. 

Onvoorwaardelijke aanvaarding betekent dat je het gedrag van de cliënt niet veroordeelt, ook al heb jij een ander idee van wat goed zou zijn voor de cliënt. Dit wil niet zeggen dat je het eens moet zijn met de cliënt, of de situatie gewoon laat zoals het  is. Je probeert je in plaats daarvan  in te leven in de persoon en te begrijpen wat het gedrag voor de cliënt betekent. Je gaat dus niet in discussie over het gedrag, maar onderzoekt hoe de cliënt zelf zijn eigen gedrag en de redenen voor zijn gedrag beleeft. Je respecteert met andere woorden de autonomie van de cliënt. Hij weet het best wat belangrijk voor hem is, wat bij hem past, wat hij wilt en wat hij niet wilt. 

Met motiverende gespreksvoering laat je iemand nadenken over wat hij belangrijk vindt in het leven en wat hij graag wilt bereiken. Je laat de cliënt vertellen over wat een bepaald gedrag hem oplevert, maar ook over hoe dit gedrag zijn wensen in de weg staat. Dit noemt ook “constructieve zelfconfrontatie”: door geconfronteerd te worden met zijn eigen wensen wordt de cliënt zich bewust van de tegenstrijdigheid tussen wat hij wilt en wat hij doet. Op deze manier laat je de cliënt zelf tot de wens en de keuze komen om te veranderen, zonder dat jij als hulpverlener hem daarvan probeert te overtuigen of dit probeert op te leggen. De houding die je hierbij aanneemt is eentje van nieuwsgierigheid: je interesseert je in de cliënt, hoe hij wilt leven, wat voor hem belangrijk is, wat hem tegenhoudt, enzovoort.

Empathie wordt vaak benadrukt in de hulpverlening. Het wilt zeggen dat je de beleving van de cliënt probeert te begrijpen. Daarnaast ben je betrokken en geef je oprecht om het welzijn van de cliënt. Hoewel dit ondertussen wel vanzelfsprekend lijkt, is dit toch niet altijd even evident.  Empathie kan onder druk komen te staan wanneer we merken dat de cliënt verandering tegenwerkt. wrijving kan heel wat gevoelens van frustratie en onmacht in ons als hulpverlener naar boven brengen. In motiverende gespreksvoering wordt wrijving echter niet gezien als een vastliggend kenmerk van een persoon, maar als het resultaat van de interactie.  Met motiverende gespreksvoering ga je op zoek naar waarom de persoon wrijving vertoont. Door wrijving te zien als een normaal deel van het veranderingsproces kunnen we ervoor zorgen dat  onze empathie niet in het gedrang komt. 

 

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 13:25