Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Risicogroepen

Voltooingsvoorwaarden

We hebben al besproken dat iedereen bepaalde risicofactoren heeft die de kans op psychische problemen kan vergroten. We zijn dus allemaal in meer of mindere mate kwetsbaar. Die risicofactoren zien er voor iedereen een beetje anders uit. Bepaalde groepen mensen hebben meer risicofactoren, wat de kans ook groter maakt dat mensen uit deze groep sneller te maken krijgen met psychische problemen. We gaan nu bekijken welke groepen dat zijn.

Vrouwen vs. mannen

Vrouwen rapporteren over het algemeen minder tevreden te zijn met het leven en ervaren minder psychisch welbevinden dan mannen (Sciensano, 2018). Psychische problemen komen dan ook vaker voor bij vrouwen: 38% van de vrouwen zou in 2018 gekampt hebben met een psychisch probleem, tegenover 27 procent van de mannen (De Voorzorg, 2018). Daarnaast lijken vrouwen meer stress te ervaren: 71% van de vrouwen rapporteerde een teveel aan stress in 2018, tegenover 51% van de mannen (De Voorzorg, 2018). Zowel angststoornissen als depressieve stoornissen komen meer voor bij vrouwen als bij mannen. In 2018 had 9% van de vrouwen had een depressie tegenover 6% van de mannen. In 2018 had 14.2% van de vrouwen een angststoornis, vergeleken met een prevalentie van 7.9% bij mannen. (Sciensano, 2018).

Toch moeten we ons afvragen of het klopt dat psychische problemen zich vaker voordoen bij vrouwen. De cijfers over mannen met psychische aandoeningen zijn mogelijks een onderschatting. Schaamte en taboe zorgt ervoor dat psychische problemen over het hoofd zien gezien worden bij mannen of zelfs ontkend. Mannen praten minder gemakkelijk over hun problemen en vinden daardoor logischerwijs ook moeilijker hun weg naar de hulpverlening. Een andere reden waarom psychische problemen bij mannen vaak niet opgemerkt worden, is dat psychische aandoeningen zich anders uiten bij mannen dan vrouwen. Mannen lijken negatieve emoties minder onder woorden te brengen en eerder om te zetten in gedrag. Psychische problemen bij mannen uiten zich daarom vaker in risico’s nemen, te veel werken of het gebruiken van alcohol of drugs. Hierdoor richten klachten zich vaker naar buiten dan bij vrouwen. Een depressie bij mannen kan zich bijvoorbeeld uiten in irriteerbaarheid en agressief gedrag, symptomen waar we doorgaans niet meteen aan denken wanneer we het woord depressie horen (Oliffe & Phillips, 2008).

Adolescenten

Adolescenten vormen eveneens een risicogroep. De jongvolwassenheid is een overgangsfase. Het is een periode waarin we ons ontwikkelen en autonomer worden, wat ook maakt dat in deze fase onze kwetsbaarheden boven kunnen komen. Bij 75% ontwikkelen psychische problemen zich voor leeftijd van 25 jaar, gemiddeld op de leeftijd van 14 jaar (Ploegmakers-Burg & Stortelder, 2008; VVS, 2021). Veranderingen in deze levensfase brengen instabiliteit met zich mee, hetgeen ons gevoeliger kan maken aan psychische problemen en stoornissen. Cijfers tonen dat jongvolwassenen vaker getroffen worden door psychische aandoeningen, in het bijzonder door depressie en angst. In 2022 had 36.5% van de jongvolwassenen depressie, 33% had een angststoornis (Sciensano, 2022). Ook studenten vormen een kwetsbare groep: In 2021 voldeed de helft aan de criteria van een psychische stoornis, ongeveer 1 op 5 van de studenten had zwarte gedachten, en 43 procent had depressieve gevoelens (VVS, 2021).

Tenslotte speelt geslacht ook in deze leeftijdscategorie een rol. Zo bleek maar liefst bijna de helft van de jonge vrouwen (tussen 15 en 34 jaar) psychische problemen te hebben in 2018 (Sciensano, 2018).

Laaggeschoolden

Het nationale gezondheidsonderzoek uit 2018 (Sciensano, 2018) toont dat laaggeschoolden eveneens een kwetsbare groep vormen. Allereerst bleek uit dit onderzoek dat levenstevredenheid, levensenergie en psychisch welbevinden dalen naargelang het opleidingsniveau. Dit wil zeggen dat hoe lager het opleidingsniveau is, hoe lager de gerapporteerde levenstevredenheid, levensenergie en psychisch welbevinden zijn.

Daarnaast hadden laagopgeleiden vaker psychische problemen en stoornissen. Angststoornissen kwamen tweemaal vaker voor bij de laagst opgeleiden in vergelijking met de hoogst opgeleiden, depressie kwam driemaal vaker voor in deze groep. Het inkomen lijkt hierin een belangrijke rol te spelen. Mensen die het financieel moeilijk hebben ervaren vaak meer stress en tegenslagen, wat de psychische kwetsbaarheid vergroot. Omgekeerd is het ook zo dat psychische kwetsbaarheid een impact heeft op het werkleven. Vaak vallen psychisch kwetsbare mensen vanwege hun problemen zonder werk of komen ze op invaliditeit te staan, wat de kwetsbaarheid vergroot. Psychische stoornissen zijn dan ook de belangrijkste oorzaak van invaliditeit: 34% valt invalide omwille van een psychische stoornis.

                 bron toevoegen

Niet iedereen wordt even hard getroffen

Psychische kwetsbaarheid maakt dat we minder weerbaar zijn voor tegenslag. Risicogroepen worden dan ook harder getroffen door crisissen. Dat toont zich in de cijfers uit het geluksonderzoek van de UGent en NN Group. Hoewel tijdens de coronacrisis de levenstevredenheid in alle groepen daalde, was de afname in sommige groepen veel groter: de levenstevredenheid van studenten en arbeiders bleek het meest af te nemen. Dit zie je geïllustreerd in onderstaande grafiek.

                persdossier: Nationaal Geluksonderzoek 2020

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 12:47