De crisisfase: Psychose

Wanneer iemand in een psychose terechtkomt, zijn er meerdere scenario’s mogelijk. Omdat psychose zo’n breed spectrum is aan uitingsvormen, is de prognose voor iedere persoon verschillend. Soms is de psychose eerder licht, en gaat ze vanzelf weg zonder dat er een huisarts of geestelijke gezondheidszorg aan te pas komt. Andere mensen krijgen dan weer één psychotische episode, worden behandeld en gaan vanaf dan een symptoomvrij leven tegemoet. Bij een laatste groep mensen is de psychose ernstiger van aard. Ze ervaren meer symptomen, de psychose blijft langer aanhouden en hebben meer behandeling nodig. Enkelen hiervan zullen herval kennen, terwijl nog anderen nooit volledig van de psychose zullen af geraken. Als we naar wetenschappelijk onderzoek kijken, zien we dat de cijfers over het beloop van psychotische stoornissen erg variërend zijn. Omdat psychose op zo veel verschillende manieren kan voorkomen en iedere psychotische persoon uniek is, is het moeilijk te voorspellen hoe het beloop van de psychose zal zijn. Kijken we naar prognosestudies, dan zien we echter dat 20% van de psychotische mensen een ongunstige prognose krijgt. ‘Ongunstig’ betekent hier dat de psychose op één of andere manier blijft voortbestaan, en dat mensen voor de rest van hun leven hulpbehoevend blijven. Nog een andere 20% van de mensen herstelt echter volledig na een eerste psychose. Tussen die twee extremen in zitten nog heel wat mensen waarvan de prognose moeilijk te definiëren is (Jim Van Os, 2015). Maar liefst 60% heeft een niet te voorspellen prognose: soms goed, en soms niet goed. Een slechte of ongunstige prognose hoeft trouwens niet te betekenen dat er geen herstel mogelijk is. Mensen kunnen ook met psychotische symptomen een nieuw evenwicht vinden, een zinvol bestaan ervaren en komen tot wat persoonlijk herstel kan genoemd worden.