Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Deel 4: Aandachtstraining

Voltooingsvoorwaarden

Zoals je reeds leerde zijn een bias ter hoogte van de aandacht en interpretatie twee belangrijke in stand houdende factoren van angststoornissen en -klachten. Niet verwonderlijk is behandeling van angststoornis erop gericht de interpretatie en de uitvergrote aandacht voor angstige stimuli te veranderen. In dit onderdeel zullen we kijken hoe jij als eerstelijnswerker de cliënt hierbij kan ondersteunen. Zo kun je bijvoorbeeld samen met de cliënt aan aandachtstraining doen. Dit betekent dat je samen met de cliënt overloopt hoe zijn/haar focus of aandacht een rol speelt in de gevoelde angst.

Wist je dat onze eigen aandacht ook een rol speelt bij angst? We denken heel vaak dat we met een objectieve bril naar de wereld kijken, maar eigenlijk is dit helemaal niet het geval. Het is namelijk uit onderzoek gebleken dat angstige mensen een soort van selectieve aandacht hebben. Dat wil zeggen dat ze voelsprieten hebben voor dingen die bedreigend kunnen zijn. Zo zullen mensen die angstig zijn bijvoorbeeld in gesprek makkelijker fronsende wenkbrauwen opmerken, dan een welgemeende glimlach. Ze zullen bijvoorbeeld ook meer aandacht hebben voor wat potentieel fout kan lopen, dan andere mensen. Of meer aandacht hebben voor lichamelijke reacties. Van zodra hun hart wat sneller klopt, zullen ze het opmerken en zich zorgen beginnen maken: “Het zou toch geen hartprobleem zijn, hé?”. Niet-angstige mensen zullen er daarentegen helemaal niet bij stil blijven staan. Bovendien zullen angstige mensen ook veel meer aandacht hebben voor de angstige gedachten zelf. Zo treedt echter een sneeuwbaleffect op: Hoe meer ze focussen op hun angstige gedachten, hoe groter de angst, hoe meer angstige gedachten er zullen zijn, enzovoort. We zien hier een duidelijk verschil tussen angstige en niet-angstige mensen op vlak van angst.

Benadruk vervolgens dat we onze aandacht wel kunnen trainen om die selectiviteit van onze aandacht af te leren.

Gelukkig kunnen we onszelf leren om onze aandacht te trainen en minder te focussen op bedreigende prikkels en angstige gedachten. Dit maakt een wereld van verschil. Als je jezelf namelijk traint om minder te focussen op de angst en bijhorende gedachten, kan je meer in het moment zitten en minder angst ervaren. Je aandacht trainen zorgt ervoor dat je weer meer vat krijgt op je angst, in plaats van omgekeerd. Wat je met je gedachten en je aandacht doet, is belangrijker dan de gedachten zelf:

      • Focus je volop op deze gedachten en geef je ze alle tijd en ruimte?
        OF
      • Probeer je je aandacht af te leiden door te focussen op iets anders?

Beide reacties zorgen voor een wereld van verschil!

              

Afleiding, je gedachten verschuiven naar iets anders,... is dus de boodschap. Maar hoe kan je je cliënt helpen om zijn/haar controle over de angstige gedachten te vergroten? Wat doe je best niet en wat doe je best wel?

Wat doe je best niet? Een kort experiment

Wanneer we geconfronteerd worden met iemand die het moeilijk heeft, zullen we erg vaak de neiging hebben uitspraken te doen als “Denk hier toch niet aan!”. Hoewel dit erg goed bedoeld is, zullen velen onder ons al gemerkt hebben dat dit eigenlijk niet werkt. Integendeel: Wanneer we onszelf opleggen ergens niet aan de denken, werkt dit meestal niet. Probeer maar gedurende vijf minuut niet aan witte beren te denken. Onderdruk de gedachten en beelden aan deze witte beer zo goed mogelijk. Iedere keer dat je toch aan een witte beer denkt, zet je een streepje op een blad papier.

Dit korte experiment van sociale psycholoog Daniel Wegner illustreert dat wanneer je jezelf oplegt ergens niet aan te denken, deze gedachte net steeds opnieuw bij je opkomt. Jezelf of iemand anders dwingen om te stoppen met piekeren, zal met andere woorden alleen maar leiden tot méér piekeren. Gedachtenonderdrukking lijkt een onmogelijk opgave voor ons brein, en kan zelfs een averechts effect hebben. Uit onderzoek is inderdaad gebleken dat mensen die de instructie kregen niet aan een kopje koffie te denken, er net veel meer aan dachten dan mensen die deze instructie helemaal niet kregen. Hetzelfde geldt met witte beren én angstige gedachten. Ongewenste gedachten dringen zich zelfs vaker en krachtiger op wanneer je ze probeert te onderdrukken. 

Een andere welgemeende tip die piekeraars vaak te horen krijgen is “Wees toch positief!”. Positief proberen denken is echter erg moeilijk wanneer de tandwiel van onze gedachten al volop naar de negatieve kant aan het draaien is. Bijgevolg zullen ook onze andere tandwielen, gevoelens en gedrag, negatief draaien. Deze tandwielen in een wip naar de andere kant laten draaien is dan niet mogelijk. Ze dienen eerst op een neutrale stand te staan, vooraleer er positieve gedachten kunnen opgebouwd worden. Opdat de cliënt tot deze neutrale toestand kan komen, is het belangrijk dat hij/zij doet aan aandachtstraining. Dit betekent dat hij/zij de aandacht zal trainen om zich op andere, neutrale prikkels te focussen wanneer hij/zij dreigt in een piekerspiraal terecht te komen. In de volgende sectie zullen daarom een aantal technieken besproken worden die de cliënt kunnen helpen het piekeren te doorbreken. Daarbij is het eerst en vooral belangrijk om tijdig in te grijpen. Hoe verder de cliënt in een negatief denkpatroon zit, hoe moeilijker het wordt om het stop te zetten. 

Wat doe je best wel? Aandachtstraining

Je kan vervolgens het begrip ‘aandachtstraining’ toelichten.

Een goede manier om gedachtestromen te onderbreken is om je gedachten te verschuiven naar neutrale externe of interne prikkels. Dit heet ook wel cognitieve verstrooiing. Door cognitieve verstrooiing verplicht je jezelf om aan iets anders, neutraals te denken om zodoende de angstige gedachtenspiraal te onderbreken. Je gaat als het ware de aandacht trainen om je controle over de angstige gedachten opnieuw te vergroten. 

Bij deze technieken stel je de cliënt voor om de aandacht te verschuiven van de negatieve gedachten naar prikkels die hij/zij zelf zal opwekken. Hier zijn meerdere opties voor:

Techniek

Toelichting

Tel- of rekenoefeningen

Tel- of rekenoefeningen vragen redelijk wat aandacht van ons.
Daarom kunnen ze een ideaal middel zijn om piekerspiralen te doorbreken voor ze uit de hand lopen. 

Voorbeelden: 

  • 2*2 = 4, 4*2 = 8, 8*2 = 16, 16 * 2 = 32, 32*2 = … 
  • 1+1 = 2, 2+2 = 4, 4+3 = 7, 7+5 = 12, 12 + 6 = 18, 18 + 7 = 25, 25 + 8 = …  
  • Maaltafels die je altijd wat moeilijk vond 
  • … 

Neuriën

Een onverwachte maar zeer werkzame techniek is neuriën.
Probeer maar eens een melodie die je kent te neuriën.
Je zal merken dat je onmogelijk kan neuriën en piekeren tegelijkertijd.

Ademhalingsoefeningen

Ademhalingsoefeningen worden heel vaak gebruikt in de psychologie.
Dit is niet verwonderlijk: ze zijn werkzaam én bovendien heb je je adem ook altijd op zak.
Ze zijn ook bijzonder helpend wanneer de gedachten heel wat stress en spanning met zich meebrengen.
Er zijn verschillende soorten ademhalingsoefeningen.  

  • Klassiek: Bij deze klassieke methode ga je je aandacht richten op je ademhaling en het ervaren ervan. Adem rustig een viertal seconden in, en adem dan een vijftal seconden uit. Heb hierbij aandacht voor hoe de lucht je lichaam in en uit stroomt.  
  • 1-2-3 ademen: Adem in en houd je adem een seconde in om vervolgens uit te ademen. Adem dan opnieuw in en houd je adem nu twee seconden in. Adem weer uit. Vervolgens adem je opnieuw in en houd je je adem drie seconden lang vast. Houd telkens je adem één seconde langer in dan de vorige keer tot (indien mogelijk) 10 seconden. Begin dan opnieuw. 
  • 4-5-6 ademen: Adem gedurende 4 seconden in, hou je adem vijf seconden vast en adem zes seconden lang uit

Visualisatieoefeningen

Bij visualisatie sluit je je ogen en focus je je op je ademhaling .
Als je merkt dat je ademhaling rustig is, probeer je bepaalde beelden of herinneringen op te halen die je een positief of rustig gevoel geven. Hou dit beeld vast alsof je daar bent: Wat zie je? Wat voel je? Wat hoor je?,…

Bij deze technieken maken we geen gebruik van zelf opgewekte prikkels, maar wel van de prikkels die reeds aanwezig zijn in onze omgeving. We zetten met andere woorden volop onze zintuigen in. Wanneer de zintuigen geprikkeld worden, kunnen onze hersenen dit onmogelijk negeren! Onze aandacht zal er meteen naartoe getrokken worden. Ook hier zijn er verschillende opties: 

Techniek

Toelichting

Concentreren op één zintuig

Een eerste mogelijkheid is dat je je concentreert op één zintuig: horen, zien, voelen, ruiken of smaken.  

  • Naar muziek luisteren die ons raakt, waar we blij van worden,… 
  • Een film of YouTube-video kijken waarbij we in een deuk liggen, waar we een goed gevoel van krijgen,… 
  • Iets met je handen doen (brood kneden, klei bewerken,…) 
  • Langzaam iets eten dat je lekker vindt en de smaak laten doordringen 

Belangrijk hierbij is dat je je echt focust op de prikkels die binnenkomen langs je zintuig. 

5-4-3-2-1 techniek

Bij deze techniek concentreren we ons op een combinatie van verschillende zintuigen.
We staan stil bij onze zintuiglijke ervaringen.  

  • We benoemen vijf zaken die we kunnen zien (zicht), voelen (tast) en horen (gehoor).  
  • Vervolgens gaan we in dezelfde lijn verder met vier zaken die we kunnen zien, voelen en horen, drie zaken die we kunnen zien, horen, voelen,… 
  • Wanneer je nog onvoldoende afgeleid zou zijn, kan je de oefening opnieuw doen maar in omgekeerde richting: 1-2-3-4-5. 

Je kan telkens andere zaken aanduiden, maar je kan gerust ook telkens dezelfde zaken benoemen maar dan steeds meer in detail of met andere ervaringen erbij. Bijvoorbeeld: Ik zie een jas – Ik zie een rode jas – Ik zie een rode jas die aan een kapstok hangt
- Ik zie een rode jas met witte stippen die aan een kapstok hangt – … 

Geestelijke activiteiten en brain teasers

Er zijn heel wat geestelijke activiteiten die onze concentratie en geheugen vragen. Voorbeelden zijn: 

  • Sudoku’s invullen 
  • Kruiswoordraadsels maken 
  • Puzzelen 
  • Spelletjes op de GSM 
  • Lezen 
  • … 

Ook online kun je een heleboel hersenkrakers terugvinden.
Neem gerust een kijkje op de volgende websites en aarzel niet verder op zoek te gaan op het internet.

Lichamelijke activiteiten

Probeer bij het uitvoeren van lichamelijke activiteiten zo veel mogelijk te focussen op wat er met je lijf gebeurt: ademhaling, spieren, contact met de grond, wind tegen je huid,… Lichamelijke activiteiten bestaan in alle geuren en kleuren, gaande van sporten tot ontspanningsoefeningen. Probeer…

  • Ademhalingsoefeningen toe te passen
  • De trap te nemen 
  • Met de hond te wandelen 
  • Het huishouden te doen 
  • Te sporten 
  • Boodschappen te doen
  • … 

Sociale contacten opzoeken

Praten over wat je dwarszit helpt. Het externaliseren van onze zorgen brengt namelijk met zich mee dat je op een andere manier zal kijken naar je probleem. Bovendien kunnen de tips, adviezen of reflecties van andere mensen ons ook helpen zaken op een andere manier te bekijken of aan te pakken. 

Spreken over je zorgen hoeft echter helemaal niet als je hier geen behoefte aan hebt.
Soms kan het ook al deugd doen om het over iets helemaal anders te hebben of iets helemaal anders te doen.
Probeer… 

  • Af te spreken met een vriend(in) 
  • Af te spreken met een familielid 
  • Iemand op te bellen 
  • Samen boodschappen te doen
  • Plannen te maken met iemand 
  • … 

 

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 13:48