Ga naar hoofdinhoud
Pagina

Signalen herkennen

Voltooingsvoorwaarden

We gaan eerst de belangrijkste signalen van psychische kwetsbaarheid even toelichten. We hebben eerder al besproken dat psychische kwetsbaarheid zich uit op verschillende vlakken: op vlak van gevoel, gedrag en gedachten.

Voor we deze signalen overlopen, is het terug even aan jou. Welke signalen bij een cliënt gaven jou in het verleden een niet-pluis-gevoel? Hoe heb je hier toen op gereageerd?

 
Signalen op vlak van gedrag

De meest herkenbare signalen zijn de signalen op vlak van gedrag. We kunnen niet in iemands hoofd kijken en zien hoe iemand denkt of hoe hij zich voelt, maar we kunnen wel observeren hoe iemand zich gedraagt. We staan daarom het meest uitgebreid stil bij deze signalen. Hoewel de gedragsmatige uiting van psychisch onwelzijn verschillend kunnen zijn van persoon tot persoon, komen een aantal specifieke kenmerken regelmatig aan bod in de praktijk. Heel vaak gaat het om veranderingen in gedrag. De persoon gaat bepaalde dingen minder of juist meer doen dan vroeger. In dit onderdeel zullen elk van deze gedragsmatige signalen toegelicht worden.

Zoals we al eerder bespraken kan psychische kwetsbaarheid het ons moeilijk maken om dagelijkse activiteiten uit te voeren. De kleinste activiteiten of taken kunnen een opgave worden, zelfs als ze vroeger plezierig waren. Een belangrijk signaal is dan ook een verminderd initiatief nemen. Denk bijvoorbeeld aan iemand die gestopt is met zijn vroegere hobby’s, die nog weinig buiten komt of nog maar weinig interesse toont om activiteiten te ondernemen. Bij deze personen kan het voor de buitenwereld soms lijken dat ze weinig gemotiveerd zijn om geholpen te worden of om moeite te doen om hun situatie te veranderen. Dit is echter lang niet altijd het geval. Soms willen mensen dit net zeer graag, maar zorgen psychische problemen ervoor dat het moeilijk wordt om bepaalde taken uit te voeren zoals tijdig opstaan, naar afspraken komen, vervoer nemen, administratie regelen,... Taken die voor een psychisch gezonde persoon net heel gewoontjes kunnen lijken.

Psychische kwetsbaarheid kan er ook voor zorgen dat onze zelfzorg in de war wordt gestuurd. Een tweede mogelijk signaal van psychische kwetsbaarheid is verwaarlozing van zichzelf of de eigen leefomgeving. Een onverzorgd uiterlijk, een rommelige of onhygiënische woning of een postbus die niet geleegd wordt, kunnen erop wijzen dat de persoon geen energie meer heeft voor zelfzorg en dat er dus mogelijks sprake is van een psychisch probleem.

Een derde signaal is een verminderd sociaal contact, zich isoleren of het stellen van ander ontwijkend gedrag. Mensen met een psychische kwetsbaarheid vinden het moeilijk om te praten over wat er met hen gebeurt, en stoten in hun omgeving soms op onbegrip. Vaak lukt het ook niet meer de persoon te zijn die men zou willen zijn, wat sociaal contact aangaan erg vermoeiend maakt. Het kan heel pijnlijk zijn te moeten tonen aan vrienden of familie dat het niet meer gaat. Door zelftwijfel, schaamte of wantrouwen is het mogelijk dat iemand steeds meer contact met anderen uit de weg gaat. Denk aan iemand die geen vrienden of familie meer bezoekt, niet meer van zich laat horen, telefoontjes negeert,... In de hulpverlening kan zich dit uiten in wantrouwen of afstandelijkheid naar de hulpverlener toe. Je kunt misschien ook merken dat de persoon ontwijkt om écht te antwoorden op de vraag “Hoe gaat het?”. Antwoorden zoals “het gaat wel” of “ik wil je niet lastigvallen” kunnen aanwijzingen zijn dat je toch beter eens doorvraagt.

Psychische kwetsbaarheid is vaak vooral zichtbaar in omgevingen waar we verantwoordelijkheden dragen en er wat van ons verwacht wordt. Het voorbeeld bij uitstek is hier natuurlijk de werkcontext. Een verminderd presteren op het werk, zoals bijvoorbeeld steeds meer fouten maken of te laat komen, kan een signaal zijn van psychische kwetsbaarheid.

Psychische kwetsbaarheid kan aanleiding geven tot zelfondermijnend en/of zelfbeschadigend gedrag. Op verbaal vlak uit zich dit bijvoorbeeld in extreem negatieve zelfspraak, met uitingen zoals “ik kan niets”, “ik ben niets waard”, of “ik ben enkel een last”. Daarnaast is het mogelijk dat iemand zichzelf bewust lichamelijk pijn doet of verwondt. Hoewel dit soms gezien wordt als aandachttrekkerij, is zelfverwonding eerder een aangeleerde (ongezonde) manier om met overweldigende emoties om te gaan. Er kunnen echter ook nog andere redenen zijn dat iemand zichzelf verwondt, zoals bijvoorbeeld zelfbestraffing of een uiting geven aan het psychisch lijden. Tenslotte kan zelfondermijnend of zelfbeschadigend gedrag zich ook uiten in roekeloos zijn of onnodige risico’s nemen. Denk maar aan gevaarlijk rijgedrag, onveilige seksuele contacten of op andere manieren je veiligheid in het gedrang brengen.

Het hebben van psychische moeilijkheden gaat vaak gepaard met ongezonde manieren om met stress om te gaan. Middelengebruik is veel voorkomende copingmechanisme om afleiding te vinden en kan een signaal zijn dat het niet goed gaat met het mentale welzijn van de persoon. Denk aan iemand die meer begint te roken, meer alcohol drinkt of meer drugs, slaap- of kalmeermiddelen gebruikt.

Verder kan ook impulsief gedrag een teken zijn van psychische kwetsbaarheid. Met impulsief gedrag bedoelen we iets doen zonder na te denken. We bespraken eerder al dat psychische kwetsbaarheid zorgt voor veranderingen in de hersenen: onze prefrontale cortex, de “manager” van ons brein, werkt minder goed waardoor het moeilijker wordt gedrag te plannen en te organiseren om doelen te bereiken. Logischerwijs wordt het dan ook moeilijker om vooruit te denken op lange termijn. Iemand met een psychische kwetsbaarheid kan daardoor bijvoorbeeld plotse keuzes maken die op korte termijn plezier of opluchting geven maar op lange termijn net voor problemen zorgen. Denk bijvoorbeeld aan geld uitgeven aan onnodige zaken of zeer plots belangrijke levenskeuzes maken, zoals bijvoorbeeld stoppen met een job of relatie zonder aan de gevolgen te denken. Impulsief gedrag kan ook voortkomen uit overmatig alcoholgebruik, omdat alcohol ook de activiteit van de prefrontale cortex vermindert.

Wie kampt met een psychische gevoeligheid, kan eveneens te maken krijgen met een gebrekkig besef van sociale grenzen. Wanneer je niet goed aanvoelt wat aanvaard wordt in onze maatschappij, kan het moeilijk worden om je sociaal aangepast te gedragen. Zo kan iemand bijvoorbeeld erg snel familiair met je omgaan door je te behandelen als een vriend of vriendin. Hij/zij kan je dan om persoonlijke informatie vragen. Hoewel dit erg bedreigend kan aanvoelen voor de andere persoon, heeft dit veelal te maken met een gebrekkig besef van persoonlijke ruimte bij de psychisch kwetsbare cliënt. Dit kan dan weer te maken hebben met het impulsief gedrag dat we zojuist besproken hebben, maar kan ook andere oorzaken kennen, zoals bijvoorbeeld problemen in de hechting.

Verder zorgen veranderingen in de hersenen er ook voor dat het moeilijker wordt onze aandacht ergens bij te houden en ons gedrag te organiseren. Het is daarom belangrijk alert te zijn voor de aanwezigheid van verstrooid, verward of chaotisch gedrag bij de hulpzoekende. Dit kan zich op vele manieren uiten: Vaak spullen kwijt raken, lang moeten zoeken naar woorden, vergeten wat je aan het zeggen was, medicatie vergeten nemen, niet weten waar je bent, geen tijdsbesef hebben, vaak hetzelfde zeggen zonder dit zelf door te hebben, onsamenhangend spreken of van de hak op de tak springen,... Het is mogelijk dat iemand dingen zegt die niet logisch op elkaar volgen of geen verband houden met elkaar, dat de gedachtegang zeer moeilijk te volgen is of dat de verhalen bizar zijn of niet kloppen met de realiteit. Dit is een krachtig signaal van onwelzijn, wat het niet-pluis-gevoel van de hulpverlener vaak en terecht zal aanwakkeren.

Tenslotte kan psychische kwetsbaarheid gepaard gaan met een angst voor het onzekere of oncontroleerbare, zoals dood of ziekte. Hierdoor kan een persoon soms handelingen stellen om toch zoveel mogelijk een gevoel van controle te krijgen over het leven. Deze nood aan controle uit zich bijvoorbeeld in overdreven perfectionisme of een overmatige bezorgdheid. Denk bijvoorbeeld aan iemand die overbeschermend is over de kinderen en de kinderen niet aan niemand anders kan toevertrouwen. Daarnaast kan het ook zijn dat iemand overdreven veel kuist of bepaalde handelingen steeds herhaalt, zoals bijvoorbeeld tellen of bepaalde dingen herhaaldelijk moeten aanraken.

 
Signalen op vlak van gevoel

Alle gedragsmatige signalen die we zonet besproken hebben zijn observeerbaar voor de omgeving. Signalen op vlak van gevoel en gedachten kun je meestal echter niet rechtstreeks waarnemen. Je bent hiervoor afhankelijk van wat de persoon je vertelt. Vaker wel dan niet zijn veel van deze signalen wel af te leiden uit gesprek wanneer je doorvraagt. We lijsten enkele signalen op op vlak van gevoel die kunnen wijzen op een psychische kwetsbaarheid:

Mensen die het psychisch moeilijk hebben slagen er vaak niet meer in tot rust te komen. Ze voelen zich gejaagd of ervaren erg veel stress. Bepaalde uitspraken die hier naar kunnen wijzen zijn:

  • “ik kan me niet ontspannen”
  • “ik heb altijd afleiding nodig”
  • “ik voel me vaak nerveus”
  • “ik weet geen blijf met mezelf”

We zien vaak een snellere boosheid of een gevoel van irritatie. Dit kan zich soms wel uiten in woede- uitbarstingen.

Overdreven blijheid, optimisme of overmoedig zijn. Het is mogelijk dat je merkt dat iemand niet realistisch is met zijn verwachtingen, plots heel veel activiteiten aanvat of enorm blij is terwijl de omstandigheden hier geen of onvoldoende aanleiding toe hebben gegeven.

Zich somber, leeg of verdrietig voelen. Dit kan zich ook uiten in huilbuien.

Vaak denken we bij psychische kwetsbaarheid aan intensere emoties, maar het kan zich ook uiten in een vervlakking van emoties. Denk aan het niet meer kunnen genieten, futloos en lusteloos zijn of geen interesse hebben.

Angst kan vele vormen aannemen. Denk aan iemand die zich niet veilig voelt, die bang is wanneer hij naar buiten gaat of bij andere mensen is, of iemand die erg bang is om ziek te worden, te sterven of om een naaste te verliezen.

Zich schuldig voelen of schamen. Denk aan uitspraken zoals “het is mijn eigen fout” of “ik verdien het niet.”

Wanneer het de ene keer slecht gaat met iemand, en de volgende keer opeens weer heel goed of omgekeerd, kan het zijn dat er sprake is van psychische kwetsbaarheid. Dit kan erop wijzen dat iemand moeilijk kan omgaan met tegenslagen en zeer snel in een negatieve spiraal terechtkomt. Het kan echter ook een uiting zijn van een ernstigere problematiek, zoals bijvoorbeeld een bipolaire stemmingsstoornis.

Psychisch kwetsbare mensen voelen zich vaak alleen of eenzaam. Dit kan zich ook uiten in het zich niet verbonden voelen of zich onbegrepen voelen door omgeving.


Signalen op vlak van gedachten

Op vlak van gedachten kunnen we volgende signalen waarnemen.

Wie psychische moeilijkheden ervaart of kampt met een psychische stoornis, zal de neiging hebben om overmatig te piekeren. Vaak wordt dit verwoord als ‘het niet kunnen stoppen met nadenken’ of ‘een hoofd dat nooit stilstaat’. Wees als hulpverlener daarbij alert voor wanneer iemand verwoordt moeilijk te kunnen inslapen, dit heeft namelijk erg vaak te maken met piekeren in bed.

Met alle veranderingen op neurologisch vlak die optreden bij psychisch onwelzijn in het achterhoofd, is het niet verwonderlijk dat kwetsbare mensen kampen met heel wat besluiteloosheid. De persoon twijfelt en vindt het moeilijk om beslissingen te maken. Dit kan gaan over heel kleine dingen, zoals wat te eten of welke kleren aan te trekken.

Wanneer mensen zich niet goed in hun vel voelen en stress ervaren, maakt ons lichaam het hormoon cortisol aan. Zoals je eerder in deze module kon lezen zal bij langdurige stress het lichaam overgaan op een vecht-of-vlucht-reactie, waarbij het zich klaarstoomt om gevaar of bedreiging te lijf te gaan. Omdat dit zo veel energie van het lichaam kost, zoekt het lichaam naar manieren om op andere plekken aan energie te kunnen besparen. Een bijwerking van de afscheiding van cortisol is namelijk dat het zorgt voor een slechtere werking van het geheugen en de concentratie. Hoe meer stress er is, hoe meer cortisol zal vrijkomen, en des te slechter het concentratievermogen. Die verminderde focus en concentratie, heeft als doel dat we heel wat informatie niet goed of onvoldoende oppikken in onze omgeving. Daardoor kan het ook minder goed doorsijpelen naar ons werk- of langetermijngeheugen. Dat maakt dat we meer beginnen te vergeten. Bovendien slapen mensen met psychische moeilijkheden vaak heel erg slecht, terwijl onze nachtrust een absolute noodzaak is voor een goed functionerend geheugen.

Een negatief zelfbeeld kan op verschillende wijzen opgemerkt worden door de omgeving. Zo kunnen sommige onzekere mensen bijvoorbeeld heel negatieve zaken zeggen over zichzelf. Ze komen erg onzeker over, en hebben ook helemaal geen vertrouwen in hun capaciteiten. Erg vaak lijkt dit tot een verminderde motivatie: “Waarom proberen? Ik ga het toch niet kunnen...”

We spreken van hallucinaties wanneer mensen zintuiglijke waarnemingen hebben die er in werkelijkheid niet zijn. Dit wil zeggen dat mensen zaken zien, horen, voelen, proeven of ruiken die andere mensen niet kunnen. Zoals je ziet gaan hallucinaties veel verder dan louter zaken zien of stemmen horen. Zo kunnen mensen bijvoorbeeld een aanhoudende, vreselijke stank ruiken terwijl anderen helemaal niets opmerken. Andere mensen kunnen dan weer het gevoel hebben dat er beestjes onder hun huid kruipen, of een vreemde smaak proeven terwijl er niets in hun mond zit. Wanen zijn dan weer wat anders dan hallucinaties. Een waan kan je zien als een afwijkend denkbeeld over een bepaalde situatie, jezelf, de wereld,... Wie kampt met een waan, zal vaak conclusies trekken uit situaties die voor de buitenwereld helemaal niet logisch zijn. Hierbij zal de persoon bovendien ook erg overtuigd zijn van wat hij/zij denkt. De manieren waarop een waan ingevuld kan worden, zijn eindeloos. Toch onderscheid de psychologie een aantal verschillende soorten wanen, waarvan de achtervolgingswaan en de grootheidswaan waarschijnlijk de bekendste zijn.

 
Signalen op lichamelijk vlak

Tenslotte is het ook mogelijk dat psychische klachten zich lichamelijk uiten. Zoals besproken zal langdurige stress ervoor zorgen dat bepaalde functies van het lichaam minder goed werken, met lichamelijke klachten tot gevolg. Lichamelijke klachten worden vaak minder snel in verband gebracht met psychische problemen, maar kunnen dus wel belangrijke signalen zijn. We sommen de belangrijkste op:

  • Vermoeidheid: Langdurige stress put ons lichaam uit. Dit kan zorgen voor een vermoeidheid of energieloosheid die niet overgaat, zelfs na genoeg slaap. 
  • Slecht slapen
  • Spierpijn, hoofdpijn, rugpijn
  • Maagpijn, darmstoornissen
  • Snel ziek zijn, verminderde weerstand tegen infecties
  • Hartkloppingen, verhoogde bloeddruk
  • Minder eten of eetlust hebben, of juist meer eten
  • Blauwe plekken, wondes of andere kwetsuren

Overige signalenlijsten

In dit onderdeel vind je een overzicht van andere signalenlijsten die betrekking hebben op meer specifieke psychische problematieken.

  • Dementie
    https://www.dementie.be/tandem/wp-content/uploads/sites/10/2019/07/observatieformulier_niet-pluis-gevoel_tandem.pdf
    https://www.dementie.be/ecdcontact/wp-content/uploads/sites/13/2016/06/D2-Formulier-NPG-002.pdf
    Psychische problemen bij ouderen
    https://www.trimbos.nl/docs/42183a95-22a9-4fbc-aa3a-759ca069965e.pdf
    Burn-out
    https://www.tegek.be/psychische-problemen/klachten/stress-overspannenheid-en-burn- out
    Voortekenen psychose
    https://www.ypsilon.org/wat-te-doen-bij/voortekenen/
    Huiselijk geweld en kindermishandeling
    https://signalenkaart.nl/

Conclusie

Je hebt nu verschillende mogelijke signalen van psychische kwetsbaarheid geleerd. Dit kan helpen psychische kwetsbaarheid sneller te herkennen en sneller te oriënteren naar de juiste hulp. De signalen die in dit hoofdstuk aan bod kwamen, kunnen wijzen op verschillende psychische problemen of stoornissen. Je hoeft geen diagnose te kunnen stellen of precies te weten wat er aan de hand is om een gesprek over deze signalen aan te gaan met de cliënt. Hoe je dat kan doen bespreken we in de volgende module.

Laatste wijziging: Friday, 6 January 2023, 12:48